Jamal herinnert de herfst waarin zijn vriend en de jonge Vlaamse schrijver Thomas Blondeau (1978-2013) onverwacht het leven liet.

Beste Thomas,

Het hiernamaals bevindt zich – komt dat even goed uit – binnenin mijn schedel, dus ik weet dat je me kunt horen. Het is weer die tijd van het jaar, half oktober, de tijd waarin vier jaar geleden het bericht van je onverwachte overlijden ons bereikte.

We denken aan je, je oude vrienden. Mijn schedel is bij lange na niet het enige hiernamaals, goddank, dat zou wat karig zijn. Ellen Deckwitz schreef onlangs een column over je, zag ik, en je beste vriend Arjen publiceert deze week zijn eerste roman, met de fascinerende titel Aantekeningen over het verplaatsen van obelisken. Aan jou gewijd. Ik heb er vanochtend ademloos in liggen lezen. Hij zet je overdonderend levend neer. Je dandyeske flair, je smakelijke arrogantie, het jaloersmakende vermogen bij elke gelegenheid een bon mot te kunnen droppen, en ook je ongrijpbaarheid, het schimmige...