Als iets voorspelbaar is in het zo onvoorspelbare oeuvre van P.F. Thomése (1958), dan is het dat zijn nieuwe boek haaks staat op het vorige. Na zijn concessieloze, complexe, hoogst verliteratuurde en bij vlagen duistere, pseudo-autobiografie Nergensman (2008), volgt nu een schelmenroman vol smeuïge literaire slapstick: J. Kessels: The Novel.

Vol ‘negerlullen speciaal’ (extra grote frikadellen, bespoten met sauzen, bedekt met uitjes), billen, borsten, drank, snackbarromantiek, ritten in een doorrookte Toyota Kamikaze, tranentrekkende countrymuziek, dramatisch verlopende bezoeken aan de Reeperbahn en een Duits voetbalstadion, gezeul met het stinkende lijk van een dode Turk – en meer. Vintage J. Kessels, als we Thomése mogen geloven.

Thomése-lezers kénnen J. Kessels. In de hilarische verhalenbundel Greatest Hits (2001) duikt hij op als vriend en vaste reisgenoot van de schrijver, een ideale vrijgezelle kompaan om mee on the road te gaan – bij voorkeur in Amerika, maar...