Introspectie is voor de journalist onontbeerlijk.

Soms stak ik mijn licht op bij een verklaard liefhebber. Wat vind jij daar nou van, vroeg ik dan.

Lijkt me ongezond, zo veel drugs gebruiken. Beetje oneerlijk ook. Ach, hoorde ik dan. Niks aan te doen. Brandschone wielersport is een illusie. Doping krijg je echt de wereld niet meer uit. Zo’n antwoord leidde bij mij tot diep gepeins. Er zijn wel meer misstanden die nimmer van de aardbodem zullen verdwijnen: diefstal, fraude, bedrog, oplichting, uitbuiting. We leven per slot niet in het paradijs. Toch gaat de strijd ertegen onverminderd voort. En dat zou voor dopinggebruik niet mogen gelden?

Diezelfde serene berusting, begrijp ik nu, domineerde tot voor kort in de sportjournalistiek. Ook daar werd doping beschouwd als een natuurverschijnsel waar nu eenmaal weinig tegen te doen viel. Dus berichtten wielerjournalisten er nauwelijks over, en niemand die ze dat kwalijk nam. Maar sinds de ontmaskering van Lance Armstrong als leugenaar...