Maandboek poëzie

Kleine dingen verzamel je makkelijker dan grote, vandaar dat de meeste auteurs hun verzameld werk pas na hun dood toebedeeld krijgen. Verzamelde verhalen of gedichten kunnen er vaak wel tijdens hun leven al af. Zo’n verzamelbundel bij het leven heeft iets dubbelzinnigs: enerzijds een kroon op je werk, anderzijds toch een beetje een doodskist: is de scheppingskracht soms al voorbij?

De bundel verzamelde gedichten van Robert Anker, naar een van zijn vorige bundels Nieuwe veters geheten, speelt in zijn vormgeving (van Maarten Evenhuis) mooi met die gedachte. Omslag en bindwerk maken een doelbewust onaffe indruk, witte kaft, open rug als moet het definitieve bindwerk nog beginnen.

Sommige dichters nemen het verschijnen van hun verzamelde verzen te baat om de boel eens op te schonen, oude gedichten worden bijgepunt, andere weggegooid. Zo niet Anker. De hele boel staat er integraal in, van het onaanzienlijkste versje uit zijn debuut tot en met de volledige teksten van...