Nederlandse literatuur / Herman Kochs Het diner

Het diner opent direct bedrieglijk: de ik-verteller Paul laat zich kennen als een wat verstramde figuur, die het vormelijk heeft over ‘mijn vrouw’. Een pietje-precies bovendien, die er welbehagen in schept uitvoerig uit te leggen dat zijn echtgenote Marie Claire heet, maar dat zij – vanwege de gelijknamige glossy – de voorkeur geeft aan Claire. De indeling en opbouw van de roman volgt de etappes van zo’n avondvullend diner – van aperitief tot fooi – en de lezer denkt: maak je borst maar nat. Een avond lang in het gezelschap van zo’n zeikerd – in geliefd Kochiaans idioom: een lúl – doet rillen.

Maar dat valt mee, want Paul Lohman blijkt een fascinerende naarling. Bovendien is hij behept met een forse dosis rancune en kent hij menig gewelddadige fantasie. De geladenheid bij zo’n avondje uit schuilt er direct al in dat twee echtparen die niet zoveel met elkaar te bepraten lijken te hebben zo’n lange periode onderling moeten...