Er valt altijd wel een reden te verzinnen om naar Twente af te reizen. Zo kan ik daar het graf bezoeken van mijn moeder, en als ik daar dan toch sta, denk ik ook even aan mijn vader, want die ligt er ook. Mijn zusje niet, die is gecremeerd, en waar ze is uitgestrooid, ik weet het niet.

Gek genoeg kost het me meestal geen moeite om niet naar Twente af te reizen. Daar ligt het land van mijn jeugd, en die jeugd is lang geleden, er is niets van over. Ik ben er een beetje huiverig voor, ik word er huilerig van. Maar nu had iemand anders mij een reden gegeven naar Twente af te reizen: ik moest daar het Twents lezersfeest presenteren, in Oldenzaal, het stadje waar ik ben schoolgegaan.

Er is iets geks met zo’n jeugd in Twente. Ik ben het beter gaan begrijpen door mijn Surinaamse geliefde. Eigenlijk zeggen ouders in Twente met zoveel woorden tegen hun kinderen: ‘Als je van me houdt, ga dan weg van me.’ Wat ze bedoelen is: ga studeren, ga naar Groningen of Amsterdam, want daar kan...