Het huis van Pascal is te huur! De Koreaan op nummer 54 van de Monsieur le Prince-straat laat me de trap opgaan. Op de eerste verdieping zit ik in de voorkamer te wachten op de makelaar. O, wat zou ik hier graag wonen. Ik zink weg in dromerij.

Daar wordt aan de deur geklopt. Hard geklopt. Zachtjes doe ik open. Verdomd als het René Descartes niet is, uit Amsterdam. Huygens heeft mij zijn uiterlijk uitstekend beschreven. ‘Monsieur Pascal?’ vraagt hij. Ik knik van ja.

‘Zullen we even naar buiten gaan, er is hier een prachtig parkje,’ zeg ik. We dalen de straat af en betreden de paleistuin. Geen honden, geen fietsen. We komen een jongetje tegen dat een apparaatje in zijn hand heeft. Voor hem uit rijdt een vreemd speelgoedkarretje. ‘Daar moet een veer in zitten,’ zegt René, ‘die de wielen aan het draaien maakt.’ Het karretje gaat opzij om een botsing met ons te vermijden. We zien hoe het jongetje het stuurtje op zijn apparaatje draait. ‘Dat joch doet net of hij zijn...