Interview Jean Pierre Rawie

Jean Pierre Rawie vraagt of ik het erg vind als hij even telefoneert. Vanochtend heeft hij zijn wekelijkse column voor het Dagblad van het Noorden geschreven en nu moet zijn vriendin dat stukje naar de krant sturen. Zijn vriendin? Hij grijnst verontschuldigend. ‘Ik schrijf inmiddels op de laptop, alleen de kunst van het mailen heb ik nog niet onder de knie. Dat hoeft ook niet. Al dat geklets vind ik nergens voor nodig. En dan al die mensen die op je stukje reageren! Vroeger moest je een drol in een doos stoppen en naar het postkantoor brengen als je iemand een goede poets wilde bakken – dat had nog wel iets. Nu kun je met een paar muisklikken iemand tot op het bot beledigen.’

Ik spreek hem in zijn knusse benedenwoning in de Groningse Visserstraat, vlak bij de hoerenbuurt. Alles aan Rawie wekt de indruk van een man die aangenaam at odds is met de tijd waarin hij leeft: zijn archaïsche volzinnen, zijn zakhorloge, de brandende kaarsen op tafel, de...