Het toneelbeeld is simpel. Voor en achter op het podium staat een microfoon opgesteld. Daartussen zitten drie musici met contrabas, blokfluit en klarinet. Ze spelen zachte, lang aangehouden tonen. De klanken worden door de microfoons heen en weer gekaatst, waardoor een hoog feedbacksignaal ontstaat. Dit ijle elektronische geluid vermengt zich met de voorzichtige lijnen van de akoestische instrumenten.

In Pea Soup II maakt de Amerikaanse componist Nicolas Collins, die jarenlang in Nederland werkte, gebruik van een uiterst eenvoudig elektronisch fenomeen dat meestal als een storing wordt ervaren. Een microfoon die zijn eigen signaal opvangt en dat eindeloos opnieuw versterkt. In zijn compositie voor het Maarten Altena Ensemble heeft Collins deze ‘fout’ juist op een buitengewoon poëtische manier aangewend, zo dat ze uitgangspunt wordt voor een esoterische, droomachtige muziek.

Op een heel andere manier wordt er met elektronika omgegaan in de uitgebreide reeks Noise Room-concerten...