Ik heb een beeld van de school, ik denk te weten hoe het is om naar school te gaan, maar dat beeld is meer dan dertig jaar oud en Bromsnor-achtig. Je was te laat, altijd te laat, en fietste als een bezetene de acht kilometer van huis naar klas. Soms was het handiger om te liften. Dan sloop je het gebouw van het lyceum binnen, liep soms toch nog tegen de conciërge op, waarna zich een vriendelijk getouwtrek ontwikkelde over jouw verzachtende omstandigheden en zijn strikte tijden. Dit werd eigenlijk altijd in der minne geschikt. Ik herinner me wel een enkel vermanend woord, maar geen straffen of brief op hoge poten naar ouders.

Bromsnor en Swiebertje hebben afgedaan, maar op de een of andere manier was ik er vast van overtuigd dat naar school gaan nog steeds hetzelfde zou zijn.

Ik meld me bij het ROC Midden Nederland in Utrecht, want daar ga ik een mbo-klas columns leren schrijven. De vrouw die me gevraagd heeft, is ook een gastdocente, één keer in de week geeft ze deze klas...