Als de filmregisseur Ulrich Seidl in de Oostenrijkse kelders gluurt, weet je dat het ongemakkelijk gaat worden. Iets met zweepjes en hakenkruizen.

Im Keller, de nieuwe film van de Oostenrijkse filmmaker Ulrich Seidl die morgen in première gaat, begint geweldig. Een enorme felgele slang in een herbarium, over de volle lengte van het beeld. Ernaast, op zijn hurken, de eigenaar: een Oostenrijker met stekeltjeshaar in een hemd met legerprint. In de glazen bak, bij de slang, een nieuwsgierige cavia.

Dat kan niet goed gaan.

Dat is het gevoel dat Im Keller telkens oproept: dit kan niet goed gaan. Het begon al toen ik alleen nog maar hóórde van het project: Ulrich Seidl die een documentaire maakt over ‘de Oostenrijker en zijn kelder’? Nee…! Samenkrimpende maag. Letterlijk. Want zo goed is Seidl (de op-een-na-beste filmmaker van Oostenrijk, na Michael Haneke) in het blootleggen van ongemak.

Nu de film er is, valt het min of meer mee. Er valt meer te lachen dan in Seidls recente...