Henk van Renssen bezocht J.L. Heldring begin maart voor een gesprek over de hongerwinter. Was dit het laatste interview?

Het sneeuwde toen ik begin maart bij J.L. Heldring op bezoek ging. Heel hard. Nog niet toen ik bij Den Haag Centraal Station op een ov-fiets sprong, wel toen ik aankwam bij de serviceflat waar hij al jaren woonde. Tot voor kort met zijn vrouw. Zij was zeven weken daarvoor overleden.

Hij woonde hoog, met schitterend uitzicht over de stad. Hij had de modieuze torenflats zien verrijzen in het centrum, de glazen ministeries die steeds monumentaler leken te worden naarmate de overheid zich verder terugtrok uit het leven. Nu gingen ze verscholen achter een witte muur van woest rondvliegende sneeuwvlokken.

Hij dronk geen koffie. Of ik misschien chocomelk wilde? Graag. Hij schuifelde naar de keuken, een breekbare, kleine man. Op trimschoenen.

Ik keek rond. Een appartement vol schilderijen en boeken. En paperassen, op tafeltjes en stoelen en de bank, alsof hij nog...