De vegetariër is klein en rank en draagt een bodywarmer. Hij bestelt een koffie verkeerd met sojamelk en vertelt over de keer dat hij Edam bezocht: ‘Die kaasstad, weet je wel? Het was een verspilde dag. Zo saai. We namen de bus en het duurde forever voor we er waren.’ Of hij van kaas houdt? ‘Ik eet het nu niet meer. Maar ik ben er dol op.’

Jonathan Safran Foer oogt jonger dan zijn tweeëndertig jaar en jonger dan de twee succesvolle romans die hij al op zijn naam heeft staan. Jonger ook dan de wijk waarin hij woont en waar hij nu op een terras neerstrijkt: Park Slope, in Brooklyn. De wijk is statig en groen en telt welhaast meer kinderwagens dan auto’s. Hoewel hij getrouwd is en twee kinderen heeft, is Foer eerder een zoon dan een vader, eerder een boyfriend dan een husband. Wanneer het woord ‘oeuvre’ valt, met betrekking tot zijn werk, begint hij te lachen: ‘Oeuvre! Wat een grappig woord.’

Eating Animals, dat volgende week verschijnt tegelijk met de Nederlandse vertaling Dieren...