Interview / Nathan Englander

Nathan Englander, schrijver van Waar we het over hebben wanneer we het over Anne Frank hebben, heeft vannacht weer niet geslapen. Onderweg van San Fran­cisco naar Amsterdam herschreef hij zijn toneelstuk The Twenty-seventh Man, over vier Joodse dichters die in de Stalin-tijd in de cel op hun executie wachten. En straks, op weg naar lezingen naar Rome en Berlijn, gaat hij ermee door. ‘Dat ben ik verplicht aan de nagedachtenis van Nora Ephron.’ De schrijfster en regisseur, die hem aanspoorde om zijn eerste toneelstuk te schrijven, overleed eind juni. ‘Ik schreef dat stuk voor Nora,’ noteerde Englander op een blog voor The New Yorker. ‘Ik had er twaalf jaar voor nodig, maar ik wou dat het twintig jaar had geduurd, ik bleef van haar leren.’

Na zijn eerste spraakmakende verhalenbundel Verlost van vleselijke verlangens uit 1999 bleef het stil rond Englander, de fans moesten acht jaar wachten op zijn eerste roman, Het Ministerie van Buiten­gewone...