Interview Dick Advocaat

In de trein, op weg naar het voetbal. Terwijl het stadje Tver en naamloze gehuchten achter de nachtzwarte ramen voorbij trekken, begeef ik mij door de schommelende wagons naar de restauratiewagen. Ik neem plaats aan het raam; knip als een lampje het verleden aan. Mijn moeder had drie broers: Benno, Simon, Jacob. De eerste hield van konijnen; de tweede sloeg de trommels stuk van de dorpsfanfare; de derde was een aardig amateurvoetballertje en bevriend met Rinus Michels. Mijn grootmoeder: ‘Dan gingen ze bier drinken, de hort op. Kwamen ze ’s morgens vroeg pas thuis. En dronken ze verdorie alle flessen melk op die Van Dam had klaargezet!’ Van Dam, dat was de melkboer. Mijn moeder zei: ‘Ik heb eens met Rinus geflirt.’ Toen oom Jacob (‘Japi’) trouwde, nota bene met een twintig jaar jongere Duitse, was ik bruidsjonker. Het was in de tijd van het WK voetbal 1974. Daar kwam opeens de generaal – zijn oude kameraad toegrijnzend – in eigen persoon met bonkig charisma de...