Paul de Leeuw

Het is een druilerige, koude zondagavond. De boemel uit Antwerpen stopt precies volgens het spoorboekje in het bijkans uitgestorven en zwaar verwaarloosde treinstation van Vilvoorde, een industriestadje zo’n veertig kilometer verderop. Bij het laatste loket waar nog licht brandt, liggen provisorische visitekaartjes met een telefoonnummer. Taxi Julien, de enige taxichauffeur van heel Vilvoorde, arriveert weldra. Hij brengt je in twaalf minuten naar de moderne VTM-studio’s aan de rafelranden van de stad.

Het is inmiddels even na achten: de opnames voor Manneke Paul staan op punt van beginnen. Binnen in de warme studiozaal deinst en dendert het al. Driehonderdvijftig man uit heel Vlaanderen klappen ritmisch op de ingezette muziek. Mobieltjes flitsen. Een hele familie uit Ninove, een gehucht met stadsrechten in de buurt van Aalst, heeft er zin in. Ze kennen, net als veel van de aanwezigen hier, Paul de Leeuw vooral van zijn liedjes. Maar nu hij op de tv is, hebben ze...