Interview / Erwin Olaf vijftig jaar

Zijn blik is onmiskenbaar scherp. ‘Je moet even zo doen bij je neus,’ zegt Erwin Olaf, tien seconden nadat we begonnen zijn met het gesprek. Dat is beslist het nadeel van zijn fotografenoog: hij ziet direct elke ongerechtigheid. Dat had hij als kind al. Bij zijn tantes zag hij meteen hun dikke enkels. ‘Dat is soms om gek van te worden.’

Vijftig wordt hij, op 2 juli. Olaf spreekt het getal nog uit alsof het een vies woord is. En toch heeft hij zich er al enigszins mee verzoend. ‘Ik ben er een half jaar van ondersteboven geweest. Inmiddels heb ik me er maar bij neergelegd.’ Laat hij eerlijk zijn: hij ziet er dan nog niet uit als vijftig, hij voélt zich wel vaak zo oud. ‘Tegenwoordig lig ik om elf uur in bed. Vroeger begon ik me rond die tijd net een beetje aan te kleden. Zat ik eerst nog te wachten tot het half twee was. Eerder ging je de discotheek niet in. Dan maakte je jezelf volslagen belachelijk.’ Hij speelde met de gedachte om bij zijn...