Ik heb een moestuin en ben daar trots op, omdat ik er eigenlijk geen fluit aan heb hoeven doen en er vorig jaar toch mooi zeven maanden van gegeten heb. Men vindt altijd dat je trots moet zijn als je iets met bloed, zweet en tranen hebt bereikt, maar een wonder is ook wat waard. Misschien ben ik wel een tuinfluisteraar. Het enige wat ik heb gedaan, is wat zaad strooien en hopla, een paar maanden later kon ik door de courgettes, paprika’s, tomaten, bloemkolen, aubergines en bloemkolen het bos niet meer zien. Inderdaad, het zag er niet uit. Overal om zich heen klauwende pompoenplanten en wat de courgettes ’s nachts uitvoerden, wil ik niet eens weten. The horror!

Nog mysterieuzer waren de gewassen die zich altijd in het donker ophouden. Zo heb ik wortelen nog niet kunnen doorgronden. Trek je er eentje uit de aarde, blijkt het een kanon, terwijl die daarnaast net zulk loof heeft, maar aggut… Aan de buitenkant kun je er geen peil op trekken, waar kennen we dat van. Of dan radijsjes....