Interview Randy Newman

De stilte is vooral zo veelbetekenend omdat iedereen weet dat Randy Newman niet op zijn mondje is gevallen. Hij mag dan inmiddels zevenenzestig zijn, nog steeds is geen entertainer zo ad rem, geen tekstschrijver zo getraind in het vinden van die ene zinsnede waarmee alles in één keer glashelder wordt. Maar nu houdt hij zijn mond stijf dicht. Of nee: hij kreunt een beetje.

Het onderwerp van gesprek is al ongewoon voor de man die er prat op gaat zijn eigen zieleroerselen doorgaans te mijden. ’s Avonds, tijdens een showcase voor een klein publiek in Desmet in Amsterdam, zal hij nog aan dat feit refereren. Alvorens hij aan de vleugel zijn familiegeschiedenis – ‘met maar een paar leugens’ – ‘Dixie Flyer’ inzet, vertelt Newman: ‘Gewoonlijk zijn mijn songs niet autobiografisch. Anders had ik in een gesticht gezeten.’

Maar goed, we hadden het dus over kinderen. En kleinkinderen. Newman zei te hopen dat zijn kinderen hem als ouder niets kwalijk namen. Hij had niet...