De angst van Allard Schröder

Omdat ze er werk had, was ik mijn vrouw naar Zuid-China gevolgd. Het was de vijfde of zesde keer dat we er waren, ik was de tel een beetje kwijt. Het appartement waar we tijdelijk woonden, lag even buiten de stad aan zee in een ommuurd wijkje met flats en luxevilla’s. Het was eigenlijk niets bijzonders, iedereen in de stad woont in een wijkje met een muur eromheen.

Een paar jaar tevoren, tijdens ons eerste verblijf in China, had ik in het begin het volgende geschreven: ‘Midden in de nacht sta ik op. Ik kan de slaap niet vatten en ga op het balkon zitten. Het is lauw buiten, het waait amper, de zee is glad en er is maanlicht; in de verte schuift een feestelijk verlicht containerschip naar het zuiden, op een van de eilandjes waarop het balkon uitkijkt staat iets wat op een gebouw lijkt met fel verlichte ramen. Ergens onder me hoor ik een man schreeuwen. Hij zal een nachtmerrie hebben. Ik buig me voorover, maar zie niets. Er begint een hond angstig te...