Een culinair journalist is, dat spreekt vanzelf, veel met eten bezig. Voor ik in slaap val, fantaseer ik over etentjes die ik wil organiseren en nieuw uit te proberen recepten, en als ik me overdag verveel, google ik dromerig de menukaarten van restaurants in verre oorden. Denken over eten is mijn favoriete tijdsbesteding. Maar denken is één ding. Als het erop aankomt – wat eet ik dan eigenlijk precies? Ik zie mezelf als een bewuste eter. Nooit junkfood, geen kant-en-klaarmaaltijden, altijd scharrelvlees en zoveel mogelijk biologische producten. Smaak staat voorop, maar die smaak kan net zo goed in een bordje linzensoep zitten als in een biefstuk met bearnaisesaus. Verstandig zijn als het nodig is en uit de band springen als het kan, een prettige balans tussen gezond en genieten, tussen regelmaat en een ontspannen levensstijl. Zo denk ik dat ik eet. Maar klopt dat?

Twee weken lang hield ik een eetdagboek bij. Wat ik at, werd bepaald door twee zeer verschillende eetpatronen. De...