Marente de Moor

De paddestoelenjacht is geopend. Bewapend met een aardappelschilmesje struint Marente de Moor op regenlaarzen over de Bussumse hei; haar krullen zwieren over haar leren jack. Ze gaat voor, de drukke autoweg over, en dan staan we in een bos vol boleten. ‘Hier ging ik altijd paddestoelen zoeken met de Russen,’ vertelt de schrijfster over haar Russische migrantenvrienden uit Amsterdam. ‘Ik raakte direct verslingerd aan dit Russische tijdverdrijf. Je ontwikkelt een dierenblik van scherpe concentratie die je normaal niet hebt omdat je in gedachten verzonken wandelt. Ineens zie je ze overal, alsof je een andere bril opzet; een hallucinogene ervaring.’ Een gemoedelijk uitje? ‘Welnee, goudkoorts is het, competitie! Je wordt gedreven door een instinctief materialisme: hebben! Komt iemand met een vol mandje uit de andere richting, dan denk je: daar wilde ik ook heen, dus eigenlijk zijn het míjn paddestoelen. En god, daar heb je Pasja weer met een volle mand, maar...