Non-fictie / W.F. Hermans en WO II

Het literaire werk van Willem Frederik Hermans (1921-1995) was vaak het doelwit van morele afkeuring. Na­dat in 1949 zijn oorlogsroman De tranen der acacia’s verscheen, betichtten critici hem van nihilisme. Midden jaren vijftig kwam zijn polemiek tegen J.B. Charles hem op het verwijt te staan dat hij behept was met een fascistische mentaliteit. Een kleine twintig jaar later werd hij tijdens de Weinreb-affaire beschuldigd van antisemitisme. In zijn boek Oorlogsmythen. Willem Frederik Hermans en de Tweede Wereldoorlog laat Ewoud Kieft een bekende deun weerklinken. Hij schrijft dat Hermans een relativist was die de geesten rijp maakte voor de ontkenning van de Holocaust en die de weg bereidde voor de PVV.

In De tranen der acacia’s (1949) en De donkere kamer van Damokles (1958) presenteerde Hermans een ‘radicale visie op het oorlogsverleden’, die volgens Kieft een voorbeeld was voor historici als Hans Blom (In de ban van goed en fout) en Chris van...