Duitsland, april 1945: een land in as, materieel en moreel vernietigd. ‘Door de lege ramen van de gevels die nog overeind stonden was de nachtelijke hemel met de maan te zien, en zo nu en dan ontwaarde hij in de ruïnes een vuurtje. Daar zaten mensen zich te warmen. Zo moest het in het begin der tijden zijn geweest toen het vuur nog werd gekoesterd.’

Voor zijn nieuwe, grote roman Icarië koos de Duitse schrijver Uwe Timm (1940) vertrouwd terrein: het oorlogsverleden van zijn land én zijn familiegeschiedenis. In Mijn broer bijvoorbeeld (2003) schreef hij over zijn broer die als Waffen-SS-soldaat het leven liet in Rusland toen de latere schrijver zelf drie jaar oud was. Wederom volvoert hij nu in een roman een familiezoektocht, ditmaal naar zijn schoonvader, Hitlers topeugeneticus dr. Alfred Ploetz. Al in 1979 zette hij zich aan dit werk, maar het lukte hem toen niet een ‘epische structuur’ te vinden, vertelt hij in zijn nawoord.

Het had voor de hand gelegen dat hij een...