Crisisgevoel is kleverig. Voornemen voor 2016: ophouden met meesomberen. De economische crisis is lang en breed voorbij.

Natuurlijk zit onze economie nog in het slop, kijk maar naar de werkloosheid, de massaontslagen, de voedselbanken. Steeds meer mensen zitten in de schulden.’ In de trein van Tilburg naar Den Bosch hoor ik een groepje studenten vol vuur de economische stand van het land bespreken. Het einde van 2015 nadert. De studenten maken de balans op. Ze zijn het roerend eens; het gaat slecht met onze economie. Het is en blijft crisis.

Hoe de studenten tot deze sombere – en onjuiste – conclusie kwamen? Dat vond ik het interessante. Ze vertelden elkaar verhalen: de werkloos geworden oom; het aantal kinderen dat in armoede leeft; de massaontslagen bij ING en Rabobank. Daar zaten ze enthousiast bij te knikken. De opmerking van het meisje dat zei dat ze dacht te hebben gelezen dat de economie weer groeit, werd genegeerd.

Het crisisgevoel leeft. Niet alleen onder deze studenten. Waar mensen met elkaar praten in tijden van onbehagen, gaan akelige anekdotes erin als koek. Het crisisgevoel is kleverig. Als de somberheid zich in de bevolking heeft geworteld, slaat dat niet zomaar weer om in optimisme. Menselijk, maar we blijven nu wel erg lang hangen.

Het nationaal inkomen is inmiddels alweer hoger dan vóór de crisis.

Over de economie valt nu namelijk echt een ander verhaal te vertellen. Een positief verhaal. Als we de selectieve waarneming ter zijde schuiven en kijken naar het grotere plaatje, dan zien we dat de economische crisis al lang en breed voorbij is. In 2013 kromp onze economie voor het laatst. Vorig jaar noteerde het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS) al een procentje groei. Dit jaar gaat het naar de twee procent. Het nationaal inkomen is inmiddels alweer hoger dan vóór de crisis.

‘Ja, maar dat bruto nationaal product zegt niets,’ hoor ik u nu denken, net als de studenten. Goed. Dan wil ik u vragen een blik te werpen op de ‘Conjunctuurklok’ van het CBS (vn.nl/conjunctuurklok). Deze klok geeft de stand van onze economie weer. Hoe? Door de combinatie van zes economische indicatoren, zoals de productie, de consumptie en de investeringen; vier vertrouwensindicatoren, zoals het consumentenvertrouwen; en vijf arbeidsmarktindicatoren, zoals de werkloosheid en het aantal vacatures.

Wat zegt de klok? Bijna alle indicatoren staan in het groen. Hoogconjunctuur dus: het consumentenvertrouwen stijgt, consumenten doen weer grote aankopen, bedrijven investeren meer, het aantal vacatures stijgt en de werkloosheid en het aantal faillissementen dalen.

Het aantal banen groeit. In de afgelopen anderhalf jaar kwamen er bijna 150 duizend banen bij. Daarmee zijn we bijna terug op het niveau van voor de crisis. De massaontslagen bij de banken mogen dan anekdotisch indruk maken, in het grote plaatje stelt het weinig voor.

Als er op de arbeidsmarkt al ergens sprake is van een opvallende terugloop, dan is het wel in de sector die de afgelopen jaren de grote banenmotor was: de zorg. Daar verdwenen dit jaar maar liefst 30.000 banen. Maar goed. U weet ook: dat kwam niet door de economische crisis, maar door politieke keuzes.

En de nabije toekomst? Die ziet er goed uit. Een kleine twee procent groei is de verwachting voor 2016. Let wel, dat is ondanks het feit dat we veel minder Gronings gas zullen winnen. De consumentenbestedingen stijgen lekker door.

Jazeker, het collectieve gevoel van onbehagen weerhoudt mensen er niet van om privé hun geld weer te laten rollen.

Ik zou zeggen: laten we ophouden elkaar de put in te praten. Het economisch gesomber verdient tegenspraak. Dus mocht u nog verlegen zitten om een goed voornemen voor het nieuwe jaar, houd dan op met gezellig meesomberen en wijs anderen op wat er goed gaat. U heeft het gelijk van het CBS aan uw zijde.