‘Ik moet meer op het moment zelf leven. Als ik een afspraak met iemand maak, moet ik erbij zeggen: “Het kan zijn dat ik uitval.” Ik moet accepteren dat ik soms dingen niet kan doen.’

Linda Vreeburg (17) hapt in haar broodje tijdens de pauze van het eerste Kindermigrainecongres, dat eind vorig jaar in Leiden werd georganiseerd door de Nederlandse Vereniging van Hoofdpijnpatiënten. Hoofdpijnvrije dagen kent ze niet, en wekelijks komt daar een migraine-aanval bij. Haar vader heeft het ook, vertelt hij. ‘Ik lig altijd op bed. Meestal heb ik er ’s nachts last van, of in het weekend.’ Laatst nog kreeg hij een ‘ouderwetse aanval’, dwars door de triptanen – de medicatie tegen migraine – heen. ‘Om het uur overgeven, ik kon niet liggen of staan en alleen maar kreunen.’

Hij herkende de migraine bij zijn dochter, maar de artsen herkenden het niet. Linda: ‘Ik heb eerst psychologische begeleiding gehad, ik zou last hebben van spanningen. De relatie met mijn vriendje, met mijn vader, hoe het...