Sinds begin jaren negentig het thema ‘marktwerking’ door het ministerie van Economische Zaken op de agenda is gezet, is, naast een radicale omkering van de mededingingswetgeving, de regulering van tal van sectoren tegen het licht gehouden.

Concurrentiebeperkende regulering die niet of onvoldoende bijdroeg aan publieke belangen is geschrapt; subsidies zijn verlaagd of verdwenen; in sommige markten treedt de overheid nu zelfs op als bedenker en maker van een markt (gezondheidszorg).

De huizenmarkt bleef tot nu toe praktisch buiten schot. De reden hiervoor ligt niet in de superieure regulering van de huizenmarkt – die nieuwe interventies overbodig zou maken – , maar in de omstandigheid dat over de huizenmarkt vooral is gediscussieerd vanuit het perspectief van de hypotheekrenteaftrek, een politiek lastig onderwerp. Het afgelopen jaar pas hebben verstandige beleidsdenkers als (scheidend) topambtenaar Jan Willem Oosterwijk van Economische Zaken en de (inmiddels vertrokken)...