Lezers over de generatiekloof

Zwetend op de dansvloer

De dag dat mijn zoon geboren werd was een mooie voorjaarsdag, zo’n dag dat het leven een maatpak lijkt en alle keuzes die je gemaakt heb de juiste lijken te zijn. Hoewel ik die dag in het ziekenhuis doorbracht, gaf de geboorte van mijn zoon mij hoe dan ook het gevoel dat het leven klopte. De eerste weken na de bevalling hielp ik mijn vrouw waar ik kon, maar al snel gaf ze aan dat ze het meeste liever zelf deed. Ik voelde me allesbehalve buitenspel gezet en nam mijn oude leven van vijf, soms zelfs zes dagen werken per week, al snel weer op. Ik voelde destijds – ik heb het over begin jaren tachtig – geen enkele druk om minder te werken en een deel van de opvoeding op me te nemen. Geen ‘papadag’ dus, zoals die jongens van nu dat welwillend noemen.

Het leek vanzelf te gaan, die opvoeding. Totdat halverwege de jaren negentig mijn zoon besloot om flink te gaan puberen: hij spijbelde en ging veel uit. We hadden eigenlijk nauwelijks...