Ongewild heeft het criminele me altijd opgezocht. De vorige bewoner van het flatje waarin ik dit schrijf – een bakstenen woonblok uit de Brezjnjev-tijd – werd op de trappen voor mijn deur geliquideerd door een huurmoordenaar uit Vladivostok. Ik vernam het pas toen ik hier kwam wonen. Maandenlang werd ik door de bewoners in mijn portiek met schichtige, om niet te zeggen vijandige blikken bekeken. En ontweken. Het slachtoffer was een bandiet en het kon niet anders of ik – een buitenlander bovendien – had met de vent connecties gehad. Op Tenerife zat ik ooit een nacht vast voor een zedenzaak. Het bleek om een persoonsverwisseling te gaan, maar stilaan begin je in je leven een zeker patroon te ontwaren. Ook mijn literaire debuut werd meteen in het misdadige getrokken. Hier volgt in het kort het verhaal.

Op een vroege voorjaarsdag in 1998 ging in het Moskouse appartement waar ik destijds woonde, op de twaalfde verdieping van een betonnen sovjet-woonkazerne, de...