Het blijft een lastig punt: geef je nou wel of geen geld aan bedelaars? Sinds Amarens Eggeraat in Parijs woont, wordt ze dagelijks in de metro met die vraag geconfronteerd.

Van al het openbaar vervoer, is de metro het ellendigst. Omdat je niet naar buiten kunt kijken, zijn de verwrongen gezichten van de andere reizigers je enige afleiding.

Gevangen in een nauwe koker vol mensenlichamen zoef je onder de stad door. In Parijs komt er bovendien om de zoveel haltes een verwilderd iemand naar binnen, die “Excusez-moi, mesdames, messieurs, je ne veux pas vous déranger…’  roept waarna er een buitengewoon storend verhaal volgt en alle gezichten in de wagen nog zuurder trekken.

Er wordt ontzettend veel gebedeld in Parijs, door enorm uiteenlopende types. Er zijn klassieke dronken clochards, die op parkbankjes wonen en onverstaanbare beledigingen naar je lispelen langs hun zwarte tanden. Er zijn magere jongeren die zich met een rolkoffertje en een verwilderde blik in hun ogen door de...