Roman

Al op de tweede pagina van zijn nieuwe roman Barnsteen heeft Guido van Heulendonk mijn volle aandacht dankzij, kan het Vlaamser, een scène bij een Gentse frietkraam. Als de uitbater de frieten in het vet gooit, beginnen ze volgens Van Heulendonk ’te ruisen als een aanzwellende zomerbui’. En verdomd, je leest het, je speelt de geluiden eens af in je hoofd, en je hoort opeens de overeenkomst tussen frituurvet en regen. Vervolgens schudt de frietverkoper nog even met de zoutbus alsof het een sambabal is, en schenkt hoofdpersoon Dorian Dewit zijn laatste restje cola uit in de bek van een hond die zo hevig smakt ‘dat het leek alsof hij een vacuüm moest overwinnen om zijn kaken te scheiden’.

Nu zijn dergelijke observaties niet helemaal representatief, want heel talrijk zijn ze niet in Barnsteen. ‘Een compromisloze roman, die leest als een thriller,’ houdt het begeleidend schrijven van de uitgeverij ons voor. Dat lezen als een thriller valt nogal tegen. Het kenmerk van de thriller...