De wereldkampioenschappen voetbal hadden voor Cuiabá zo leuk kunnen zijn. Maar de werkelijkheid is anders: corruptie, onkunde, planningsfouten, bouwputten en chaos.

Het is een loeihete zondagmiddag en het historische centrum van Cuiabá is zo goed als ontvolkt als ik over de Praça Alencastro slenter. Aan de rand van dat plein is een groot aankondigingsbord geplaatst, zoals je die in andere WK-steden ook ziet: ‘Nog X dagen tot aan het WK’. In het midden hoort dan een teller die de dagen aftelt. Maar op dit bord prijkt daar een groot gat.

‘Hoeveel dagen nog?’ vraag ik aan een oud mannetje dat ijsjes staat te verkopen.‘O dat, dat ding is al een hele tijd kapot,’ zegt hij. ‘Ik geloof nog een dag of zestig.’ Hij zit er niet echt op te wachten. ‘Het heeft miljoenen gekost en de helft van het geld is gewoon weg. Allemaal gestolen door politici, zo gaat dat hier, dat weet toch iedereen?’ Niettemin gaat hij wel kijken. In het stadion? ‘Welnee,’ lacht hij. ‘Dat...