Interview Heleen van Royen

‘In mijn leven komt het niet goed,’ zegt Heleen van Royen een paar dagen na de première van De gelukkige huisvrouw in Tuschinski. Ze zit tegenover me in een fauteuil van een Amsterdamse hotel. De hooggehakte schoenen met open teen heeft ze uitgedaan, haar benen zijn tot een comfortabele kleermakerszit gevouwen en haar gedistingeerde jasje biedt een royale blik in haar decolleté, ‘cupje AA’, zoals ze het zelf altijd schertsend noemt. Heleen van Royen heeft haar plek in de ruimte veroverd.

Net vertelde ze nog hoe verguld ze is met de verfilming van haar deels autobiografische debuutroman; hoe prachtig de film is, hoe schitterend de recensies zijn, hoe groot de bezoekersaantallen. De gewraakte bevallingsscène doet in rauwheid niet onder voor haar geschreven versie. ‘Ik heb gehoord dat er vrouwen zijn flauwgevallen tijdens de voorvertoning,’ zegt ze. Indirect is de film ook háár succes. ‘Is er toch nog wat moois uit mijn leven voortgekomen.’

Maar...