‘De rechtbank heeft nieuwe koffieautomaten,’ zo hield de Leeuwardense rechtbank-president mr. W.K.F. Hangelbroek zijn gehoor voor. ‘Als je je bestelling hebt ingetoetst, doet het apparaat op een schermpje kortaf de mededeling: “Product wordt bereid.” Ik zou persoonlijk liever zien dat hij dan zegt: “Uw koffie wordt gezet.” Dat klinkt veel gezelliger en het is ook nauwkeuriger. Als rechters zeggen wij aan het eind van een zitting toch ook niet: “Product wordt bereid”?’

Net als mr. Hangelbroek sluiten de meeste rechters een rechtszitting liever af met een zin als ‘uitspraak over twee weken’. Maar tot hun ongenoegen wordt taal als ‘product wordt bereid’ tegenwoordig sterk gepropageerd door het ministerie van Justitie en de Raad voor de Rechtspraak. Het magistratelijke jargon van rechters en officieren van justitie wordt geleidelijk vervangen door de taal van de moderne procesmanager. ‘Doelmatigheidswinst’, ‘flexibele bedrijfsvoering’, ‘inspelen op...