Het is een huis waarin ik heb gewoond, in de verkeerde tijd, toen het huis al veel van zijn roemruchtheid had verloren en als het ware verliefd terug keek op het eigen verleden.

Het was het huis waar Peter Schat woonde, en zijn vrouw Marina, en zoon Bas, en zo vele andere mensen (Annemarie Grewel, Jan Hein Donner, een hoerenmadame die ook nog heroïne dealde): het huis waar in de kelder de Provo-rookbom tegen Beatrix werd gefabriceerd, waar Cuba werd bezongen, Reconstructie werd bedacht, de Revolutie iedere keer weer werd uitgeroepen, om later, in de jaren zeventig alsnog veroordeeld te worden, toen Renate Rubinstein er huisvriend werd en de rede weer zijn intrede deed.

Dat huis aan de Oude Zijdse Voorburgwal staat nu te verkommeren. Ik ben er na de dood van Schat niet meer geweest en dwaal nu door het verleden, dat toen nog met touwtjes aan elkaar hing en nu definitief is ingezakt. Alles wat ooit een soort van linkse glamour had, is nu schamel geworden; de open wc met zijn...