Wat we vroeger arbeiders noemden, noemen de onderzoeksbureaus tegenwoordig laagopgeleiden. En ook op de Partij van de Arbeid stemmen ze allang niet meer.

Onder politicologen, sociologen en onderzoekers bij denktanks als het Sociaal en Cultureel Planbureau en de Wetenschappelijke Raad voor het Regeringsbeleid is het al een tijdje in de mode om het niet meer over links of rechts en arm of rijk te hebben maar over de kloof tussen de hoger- en lageropgeleiden. Hoe je tegen de wereld aankijkt is vooral afhankelijk van de vraag of je op de universiteit, het vwo, de havo of het vmbo hebt gezeten, is de redenering. Met als uitgangspunt dat de hogeropgeleiden voorstander zijn van mondialisering van de economie en Europese samenwerking, de multiculturele samenleving toejuichen omdat er in de binnenstad zoveel leuke Turkse en Vietnamese restaurantjes zijn bijgekomen, de kinderen met de bakfiets naar school brengen en bij de verkiezingen op D66 of GroenLinks stemmen. De lageropgeleiden...