Ernstig zei de juf: ‘De libellen verdwijnen.’ We schrijven begin jaren tachtig, ik was een jaar of tien. Het milieu beroerde elk kind diep. Zure regen – bestaat dat nog? – stond in krantenkoppen, de Rijn kende geen zalm meer en de sloten raakten vervuild. ‘Libellen kunnen over het water lopen,’ zei de juf, ‘maar onze was- en schoonmaakmiddelen sijpelen via het riool de sloten in. Afwasmiddel bevat slechte stoffen. Die zorgen ervoor dat de pootjes van libellen door het water zakken omdat – moeilijk woord! – de opper-vlakte-spanning verandert. En dan verdrinken de libellen.’ Helemaal begrepen we het niet – libellen hebben toch vleugels? – maar afwassen en kleren wassen werden zondige bezigheden.

Mijn geheugen heeft de feiten ongetwijfeld verdraaid, maar vast staat dat onze was- en afwasmiddelen sloten en rivieren vervuilden. Net als zure regen hoor je daar echter nooit meer over. Sterker: de zalm zwemt weer in de Rijn.

Hoe kan dat?

‘Omdat we steeds beter in...