Evert Nieuwenhuis houdt duurzaamheidsclaims tegen het licht.

Een wolkenloze nacht op een woelige Noordzee, ongeveer 70 mijl voor de oostkust van Engeland. De halfvolle maan en de sterrenhemel weerkaatsen op het natte voordek. De wind trekt aan, we hebben zojuist het eerste rif in het grootzeil gezet. Zeilmaat Rob, met wie ik de hondenwacht houd, schenkt nog een mok thee in. ‘Zullen dit ooit allemaal windmolenparken worden?’ vraagt Rob, wijzend naar de schier oneindige rij gas- en olieplatforms achter ons. Dit deel van de Noordzee is bezaaid met honderden booreilanden, elk verlicht als een weelderige kerstboom. ‘Ooit zijn deze gasvelden uitgeput, en zouden er dan windmolens voor in de plaats komen?’

Onlangs moest ik aan die nacht op zee denken toen ik in een troosteloos hotelzaaltje een presentatie bijwoonde van Energieonderzoek Centrum Nederland (ECN). Peter Eecen, verantwoordelijk voor ECN’s onderzoek naar windenergie, was een van de sprekers. Hij schetste de...