Dieren houden niet van dieren. Een hond geeft alleen om honden – en wellicht een kat – waarmee hij samenleeft. Verwacht niet dat een beest ook maar iets geeft om het dier dat het opeet. Een leeuw verorbert een gazelle het liefst levend – het vlees blijft dan langer vers. Om de prooi zo lang mogelijk te laten leven zonder gek te worden van het gespartel, rijt hij zijn buik open om in alle rust het langzaam doodbloedende beest op te kunnen eten. Onze eigen Minoes heeft geen hogere moraal: hoe meer een mus of muis spartelt, hoe beter de smaak. Spelen met een dier in doodsangst verhoogt de eetlust. Niets is lekkerder dan een prooi die lijdt.

Hoe anders is dat voor mensen. Wij willen dat ons eten goed en waardig heeft geleefd en ook de dood moet ‘diervriendelijk’ zijn. Er is een hele bureaucratie in het leven geroepen die erop toeziet dat hokken aan minimumeisen voldoen, dat de verplichte speeltjes in de stallen uitdagend zijn en de messen van de slager vlijmscherp om de laatste...