Wie ‘Made in China’ koopt, neemt een moreel risico. Chinese fabrieken zijn de hedendaagse variant op de ‘dark Satanic Mills’, zoals William Blake de Britse fabrieken aan het begin van de industriële revolutie omschreef. Chinese plattelandsjongeren brengen hun jeugd door op complexen die spartaanser zijn dan een Nederlandse jeugdgevangenis uit de jaren dertig. Ze accepteren lange dagen, saai werk en weinig loon in de hoop op een beter bestaan dan hun ouders. Onze consumptiedrift biedt hun een kans op welvaart – maar tegen een hoge prijs. Nederlandse ouders zullen nooit en te nimmer hun kind in een dergelijke fabriek laten werken. Waarom andermans kinderen wel?

Gelukkig verplaatsen steeds meer multinationals hun fabrieken naar Oost-Europa. De lonen zijn er laag, de infrastructuur is goed en ze staan dichter bij de Europese afzetmarkt, wat lagere invoerrechten en transportkosten oplevert. Bijkomend voordeel: in EU-landen behoren Dickensiaanse toestanden tot het verleden,...