Met de aanslagen in Parijs wil IS vooral de aandacht afleiden van het afbrokkelen van haar islamitische heilstaat. Zelfs haar strijders lijden er honger.

De aanslagen in Parijs komen op een moment dat het niet zo goed gaat met het kalifaat dat de islamitische groep IS ruim een jaar geleden in Syrië en Irak uitriep. Niet alleen kalft het grondgebied van de zelfverklaarde staat af, ook is het moreel onder de strijders tot een dieptepunt gezakt.

Vorige week meldden de Iraakse Koerden dat maar liefst zeventig IS-strijders zich in korte tijd hadden overgegeven aan een van de actieve frontlinies, met als opvallend detail dat sommigen dat deden om niet te sterven van de honger.

Een staat in oorlog die zijn strijders niet kan voeden, heeft een groot probleem. Dan is er op z’n minst sprake van een falende organisatie. Het kan een indicatie zijn dat de dagelijkse luchtaanvallen van de geallieerden onder leiding van de Verenigde Staten beginnen te bijten, dat belangrijke spelers in de...