Portret / J.M. Coetzee

In de Utrechtse domkerk zat ik naast Coetzee (op de posters opmerkelijk genoeg ‘Coutzee’ genoemd) en kon ik hem helemaal in mij opnemen: zwarte sokken, nette zwarte schoenen met ronde punten. Zijn witte overhemd, zonder das, had een knoopje open. Hij zag eruit als iemand die zich niet helemaal verzoend heeft met het idee van nette kleren, maar toch nooit zou kunnen doorgaan voor een arbeider. Iemand die hetzelfde pak gebruikt voor feestrecepties als voor begrafenissen.

Op zijn schoot lag een bruine envelop met zijn lezing erin, die hij met beide handen vasthield. Toen hij in gesprek raakte met zijn uitgever, keek hij verstild naar een vrouw in een rode jurk: alsof hij naar een vergezicht staarde, iets wat niet tot zijn leven behoorde.

De lezing bestond uit een verhaal met Elizabeth Costello, Coetzees literaire alter ego, in de hoofdrol. Hij kondigde het aan als een ‘Lehrstuck’ over ‘nonhuman animals’. Coetzee spreekt beschaafd Engels, al trilt er nog wat...