Één keer experimenteerde het CDA met een ‘collectief leiderschap’. Het werd geen succes. De situatie was dramatisch: premier Lubbers en zijn troonopvolger Elco Brinkman waren slaags geraakt en bij de Tweede Kamerverkiezingen van 1994 verloor het CDA twintig zetels. Brinkman droop af. Een nieuw vertrouwenwekkend gezicht was niet één, twee, drie te vinden. De oude garde schoof Enneüs Heerma naar voren. Brinkman-fans als Jaap de Hoop Scheffer en Hans Hillen vonden hem een softie. Het compromis: Heerma werd fractievoorzitter maar geen partijleider. In de beste Sovjettraditie werd een collectief gevormd dat hem zou bijstaan: partijvoorzitter Hans Helgers, senator Luck van Leeuwen en Europarlementariër Hanja Maij-Weggen. De leden van het collectief zouden elkaar niet in het openbaar afvallen.

Het liep mis. Tijdens de Statencampagne van 1995 vergeleek Maij-Weggen VVD-leider Bolkestein, die op de schaduwkanten van de multiculturele samenleving had gewezen, met Filip Dewinter van...