04-07-2009
Door Rudie Kagie

Big Jay McNeelyBig Jay McNeely

Vincent van Gogh was geen schilderlegende, Ko van Dijk geen toneellegende, Herman Krebbers geen vioollegende. De Dikke van Dale geeft negen betekenissen voor het woord ‘legende’, maar niet één komt in de buurt van wat met ‘jazzlegende’ wordt bedoeld. Een jazz­legende moet, in de romantische betekenis van het woord, enigszins obscuur zijn. Zijn schilderachtige levenswandel combineert hij met een virtuoze manier van spelen waarvan de portee niet direct tot een ongeoefend oor doordringt. Zoiets.

Wie het waagt om Miles Davis een ‘jazzlegende’ te noemen, maakt zich toch een beetje belachelijk. Omdat Miles larger than life was, een superster van het formaat van Prince, die evenmin als ‘poplegende’ wordt aangekondigd.

Professor Walter van de Leur, sinds anderhalf jaar verbonden aan de Universiteit van Amsterdam als de eerste hoogleraar jazz van ons land, denkt dat de onweerstaanbare behoefte aan jazzlegendes voortkomt uit...