Druk doende de boeken, broeken en cd’s uit mijn Almeerse flat weer terug te slepen naar mijn Amsterdamse huis, want de ‘verkenningsfase’ zit erop, van bewoner zal ik weer bezoeker worden van Almere.

Vanaf het balkon nog een weemoedige blik op het Weerwater, de plas voor mijn deur die in de zomer op zijn spectaculairst is. Schreef eerder dat het uitzicht me deed denken aan Zuid-Frankrijk, ook vanwege de knaloranje balustrade, die alles in een on-Nederlands licht doet baden. Maar de laatste tijd zie ik er steeds meer een Fins plaatje in: het water, de bomen daarachter die voor mij als stadsmens al snel de proporties van een bos aannemen, het eilandje dat daar loom ligt, een île flottante.

Ik vond het anders hier, heel buitenlands, vooral ook omdat ik me de hele tijd realiseerde dat deze omgeving een stuk jonger is dan ikzelf. Almere moet nog vijfendertig worden, en waar mijn oog ook dwaalt, de kunstmatigheid ligt hier voor het oprapen. Nu scheelt het dat ik het stadspark altijd...