Essays

Het is een van onze eigentijdse idées reçues dat de betekenis van kunst is gelegen in haar vermogen om ons de wereld en de mens met andere ogen te laten aanschouwen en er vooral anders over na te denken. De schilder kan met verf het lelijke tot pure schoonheid verklaren, de schrijver kan verwerpelijk gedrag moreel aanvaardbaar maken. Deze magische omkering der dingen verheft de mens, bevrijdt hem van zijn beperkingen. Hij doorziet in de spiegel van de kunst zijn eigen vooroordelen en dat zal hem anders doen voelen, denken en oordelen. En vaak, niet hardop uitgesproken maar wel met kracht gedacht, verbinden wij daar ook nog het woord ‘beter’ aan: kunst maakt de mens tot een beter mens.

Een zijdelings bewijs van die gedachte is onze belangstelling voor de culturele voorkeuren van politici en captains of industry, voor de boeken die op hun nachtkastjes liggen, de voorstellingen die zij bezoeken, de kunstwerken die hun werkkamers verlichten. Als die allemaal juist zijn, dan...