Surinamers in New York

‘Boy oh boy,’ kreunt Magda Levant (60) terwijl ze haar beide slapen masseert. ‘Een afterparty, hadden ze gezegd, maar dat liep weer finaal uit de hand. Ik was vanochtend om negen uur thuis.’ Inmiddels is het twee uur ’s middags, hoogste tijd om boodschappen te doen voor straks. Norma, die elke vrijdagavond het Surinaamse eten kookt dat tegen betaling van zes dollar per portie in een partytent achter haar huis wordt gegeten, is jarig vandaag. Rond borreltijd zal ze worden verrast op een surpriseparty. Vrienden belden op: ‘Bier! Magda, kun jij bier voor de surprise meenemen?’

Als kind droomde Magda Levant ervan om later in Nederland met een witte man te trouwen. Het liep anders. Ze huwde een Surinaamse politierechercheur, werkte vijftien jaar bij de overheid in Paramaribo, voedde twee kinderen op, scheidde van haar man en accepteerde in 1987 de uitnodiging van een vriendin om in New York te komen logeren. Dat beviel goed, niet zozeer omdat ze zich als zwarte...