In een tijd die onvermoeibaar speurt naar de schuldigen aan het leed dat de mensheid is aangedaan, wordt er voor een onthulling van misdaden of zonden, vooral die begaan tijdens de Tweede Wereldoorlog, altijd plaats ingeruimd in kranten en tijdschriften. De toon waarop daarvan verslag wordt gedaan, is onveranderd hoog en onverzoenlijk. Toen de Duitse sterauteur Günter Grass iets te onthullen had, heeft hij wijselijk besloten de regie in eigen hand te houden en het in een briljant geschreven autobiografie bekend te maken: aan het eind van de oorlog heeft hij enkele maanden bij de Waffen-SS gediend.

Nu dat boek een halfjaar na het verschijnen in Duitsland in het Nederlands is verschenen, is het interessant kort een balans op te maken van het rumoer dat de publicatie heeft vergezeld. Uitgeverij Meulenhoff heeft er kennelijk ook zo over gedacht en naast de vertaling een boekje uitgebracht waarin Antoine Verbij de zaak nog eens uit de doeken doet. Daarin is ook het vraaggesprek...