Je zou willen dat ze zo nu en dan gedwongen werden om van plaats te wisselen, de rebel en de bestuurder. Dat gebeurt ook wel, in de loop van vele jaren, als de ene generatie plaatsmaakt voor de andere en de actievoerders van vroeger het ineens voor het zeggen krijgen.

Joschka Fischer is waarschijnlijk het meest uitgesproken voorbeeld. Deze studentenleider die het geweld niet schuwde, zou uiteindelijk de Duit­se minister van Buiten­land­se Zaken worden, en vice-premier. Meer established kan je niet raken, politiek gesproken. En wanneer Fischer zijn carrière overdenkt, zal hij tot de slotsom moeten komen dat zijn leven beheerst werd door twee elkaar tegenstrevende tendensen.

Het probleem van de rebel komt er in het kort op neer: hoe aandacht te krijgen, hoe genoeg reuring op te wekken, zodat je als politieke buitenstaander wordt opgemerkt door de zittende macht en niet volkomen wordt genegeerd?

De bestuurder zit met het tegenovergestelde probleem:
hij moet leiding geven en...