Het eerste land dat de euro-regels schond, was niet Griekenland. In 2003 waren het Frankrijk en Duitsland die een begrotingstekort van meer dan drie procent van het nationaal inkomen toelieten.

Het idee dat ze boetes zouden moeten betalen, werd door Parijs en Berlijn boos van tafel geveegd. Sancties konden nooit voor grote landen bedoeld zijn, alleen kruimeldieven moesten zich aan de regels houden. Binnen de EU werd een handlichting georganiseerd, het verzet van onze IJzeren Gerrit ten spijt.

Nu draait het om Griekenland, dat niet eens een kruimeldiefje maar een flinke oplichter blijkt te zijn, jarenlang met zijn begrotingsstatistieken heeft gesjoemeld en diep in de schulden zit. En bij Duitsland en Frankrijk moet bedelen om hulp, om bankroet te voorkomen.

De orthodoxie gebiedt dat Griekenland geen financiële hulp van de europartners krijgt. Dat zou een verandering van het Verdrag van Lissabon vergen, iets waar niemand na alle ‘grondwet’-ellende van de afgelopen jaren nog zin...